Ieder mens slaapt. Iedereen met gezonde hersenen droomt bovendien. Nachtmerries hebben maar weinig te maken met een slecht geweten. Veruit de meeste mensen die ‘s nachts dromen, weten ‘s morgens vroeg dat ze gedroomd hebben. Toch kunnen zij zich niet herinneren wat ze precies gedroomd hebben.
Daarom vragen mensen zich af wat dromen is en waarom we dromen. Al heel lang zijn mensen geïnteresseerd in het verschijnsel. Met de hedendaagse kennis kunnen we uitleggen waarom mensen dromen.
Wat is dromen?
Allereerst kunnen we ons afvragen wat dromen precies is. Dromen komen alleen voor tijdens de vierde fase van onze slaapcyclus: de REM-slaap. Tijdens de REM-slaap zijn de spieren ontspannen, maar zijn de hersenen minstens net zo actief als wanneer we wakker zijn. Dromen is een spontane activiteit van onze hersenen, terwijl we slapen. Die dromen kunnen soms levensecht zijn. Dat komt mede doordat we de beelden voor ons zien. Bovendien zijn we tijdens het dromen in staat om de geluiden die bij de droom horen, ook echt te waarnemen. Eigenlijk is ons hoofd tijdens het dromen net een grote speelfilm.
Een droom heeft als kenmerk dat het grootste deel bestaat uit fantasie. We kunnen onze dromen amper sturen. Tijdens het slapen worden de beelden namelijk door de hersenen gemaakt. De beelden kunnen wij echt voor ons zien en zien er om die reden levensecht uit.
In heel veel dromen speelt degene die droomt zelf de hoofdrol. Sommige dromen zijn saai, maar andere dromen kunnen wonderlijk of magisch zijn, of hele nare dromen zijn. Deze dromen doen zich voor tijdens de REM-slaap. Tijdens deze fase onderdrukken de hersenen neurotransmitters. Niet ons hele brein wordt wakker tijdens de REM-slaap, maar een klein deel. Daardoor bewegen we niet tijdens het slapen. Alles wat we tijdens het dromen meemaken, heeft geen effect op onze fysieke houding terwijl we slapen.
De REM-fase wordt tijdens het slapen steeds langer. Daardoor kunnen dromen soms behoorlijk lang duren. Wie aan het eind van de nacht droomt, maakt doorgaans dromen met een lengte van wel vijftien minuten mee.
Waar dromen nuttig zijn
Specialisten zijn het er onderling nog niet helemaal over eens waarom we precies dromen. Velen hebben zich er als sinds de Oudheid druk overgemaakt, inclusief bekende filosofen zoals Freud. Een aantal specialisten stelt hier een wetenschappelijke noodzaak voor: onze hersenen komen tijdens het slapen tot rust. Dromen zorgt ervoor dat de hersenen alle activiteiten weer kunnen uitvoeren. De verhoogde hersenactiviteit tijdens het dromen is ‘s nachts noodzakelijk, om overdag weer goed te kunnen functioneren. Op die manier worden herinneringen die er eigenlijk niet toe doen, verwijderd uit ons geheugen. Dan is er plaats voor nieuwe herinneringen overdag.
Een andere theorie stelt juist dat dromen noodzakelijk zijn vanuit de oermens: zo leren we hoe we moeten overleven om als er zich een ramp voordoet. Het is dus een soort oefening. Weer een andere theorie is dat we dingen die we overdag hebben meegemaakt, ‘s nachts nog eens herbeleven om ervan te leren. Daardoor kunnen we de samenhang begrijpen.
Zelfs Sigmund Freud heeft zich aan een theorie gewaagd. Dromen zou onderdeel zijn van toegang tot ons onderbewuste. Dromen zouden een aanwijzing vormen tot de onbewuste verlangens die de mens heeft. In ieder geval wordt duidelijk dat er eigenlijk geen eenduidig antwoord is waarom we precies dromen en waarom ze nuttig zijn. Juist daarom zijn veel mensen op zoek naar de betekenis achter een droom. Als we dromen over iemand die we ontmoet hebben en daar een wonderlijke voorstelling van hebben, zijn we dan verliefd? En als de dromer zelf een hoofdrol in een nare droom speelt, hebben we dan een slecht geweten?
Dromen herinneren
Soms komt het voor dat we ons dromen kunnen herinneren. Deze dromen hebben dan indruk op ons gemaakt. Maar veruit de meeste dromen kunnen we ons helemaal niet meer herinneren. Daarmee wordt opnieuw de theorie aangehaald dat onze hersenen een aantal herinneringen opruimt, zodat er plaats wordt gemaakt voor nieuwe herinneringen. Er is daarnaast ook een fysieke verklaring waar specialisten het doorgaans wel over eens zijn. Tijdens het dromen zou slechts een klein deel van onze hersenen werken. Het deel dat verantwoordelijk is voor de opslag van gegevens, het korte termijngeheugen, zou bijna niet of helemaal niet werken tijdens het dromen. We kunnen ons om die reden de droom maar heel even herinneren, of vaak helemaal niet meer.
De dromen die ons bijblijven, maken indruk op ons. De vraag van velen is of dromen een echte betekenis hebben. Sigmund Freud spreekt van een sprake van onderbewustzijn. Nare dromen zouden volgens deze filosoof het gevolg zijn van geestesziektes of angsten. Iedere nacht hebben we ongeveer vijf tot zeven dromen. Lang niet altijd merken we daar zelf iets van. Per jaar produceren we tweeduizend dromen. Daardoor kan het voorkomen dat we soms iets dromen, dat even later echt uitkomt.